Taaltips van Taalonthaal :: aflevering 50 – antwoord A, B, D

Jammer, je hebt het fout. Het juiste antwoord is C ‘zin 2 en 4’.

Het-woorden zijn onzijdig, de-woorden kunnen mannelijk of vrouwelijk zijn (kijk op www.woordenlijst.org). Naar vrouwelijke woorden verwijzen we met haar (de regering en haar standpunt), naar mannelijke en onzijdige woorden met zijn (de koning en zijn besluit, het comité en zijn rapport).

Plaatsnamen, zoals namen van steden, landen en werelddelen zijn doorgaans onzijdig (het China van vandaag). Naar die benamingen verwijzen we dus met zijn (zin 1). Als de plaatsnaam wordt voorafgegaan door een soortnaam als de provincie, de regio, de stad, de gemeente enzovoort, dan richt het bezittelijk voornaamwoord zich naar dat woord. Zowel de provincie (zin 3) als de gemeente (zin 4) zijn vrouwelijke woorden.